In dit pand is tot eind jaren tachtig gevestigd geweest de Coöperatieve Raiffeisenbank Terbregge, later “Rotterdam-Noord’, omdat er bijkantoren waren aan de Lijsterlaan, de Kleiweg, in Bergschenhoek, de Teldersweg en een tijdelijke vestiging in de hulpkerk in Ommoord.
Het pand is in 1956 gebouwd onder architectuur van L.N. Krijgsman. De oorspronkelijke ingang zat aan de voorkant rechts. Klanten konden via een wachtruimte plaats nemen in een afgesloten loketruimte om zo hun bankzaken rustig te bespreken met de dienstdoende medewerk(st)er.
Voor 1956 stond hier vanaf het begin van de tweede wereldoorlog een noodwoning, gebouwd en bewoond door C.J. Kulberg en vervolgens als woning in gebruik door Peter Brox, zoon van de legendarische muzikale familie Brox van de Terbregseweg 76, gehuwd met een dochter van Ger Kool, de fourniturenwinkel op de hoek van de Kromme Hang en de Bergse Linker Rottekade.
De eerste kassier was de heer Aangeenbrug. Na zijn vertrek naar Scheveningen is de heer L. Janse met zijn gezin hier komen wonen. Aan de rechterzijde woonde de conciërge, Frits Luit met zijn echtgenote Wilhelmina Noppen. Hij was tevens conciërge van het gymnastieklokaal. Hij was daarvoor postbode geweest en begenadigd secretaris van Terbregge’s Belang.
Omdat de bank voor haar administratieve werkzaamheden meer ruimte nodig had, verhuisde de familie Janse in 1964 naar de Prins Alexanderpolder. Aan de achterzijde van de bank werd bijgebouwd en de ingang werd naar links verplaatst. De kleine afgesloten loketruimtes maakten ruimte voor een open balie, weliswaar afgesloten door kogelwerend glas. De kluisruimte werd verdubbeld.
Nadat de bank een ander hoofdkantoor had gevonden aan de Bergse Dorpsstraat, werd dit gebouw overbodig en kreeg een andere bestemming. Zo is er onder andere in gevestigd geweest een inkoopbureau van goud en een notariskantoor. Na een flinke interne verbouwing begin dit jaar is er een tandheelkundig centrum in gevestigd en kantoren van de IGHD.