Waar nu de Vinex-wijk Nieuw-Terbregge is en waar nu langs de geluidswal het verkeer voorbij raast, bevonden zich ooit uitgestrekte weilanden, doorsneden door tientallen sloten. Dit ogenschijnlijk zo rustige gebied, waar nu fraaie huizen staan, was in april en mei 1945, nu bijna 70 jaar geleden het toneel van de allereerste vluchten door bommenwerpers die geen vernieling, maar voedsel kwamen brengen. Een van die plaatsen was Nieuw-Terbregge.
Na de verloren slag om Arnhem en de uiterst strenge winter van 1944/1945 was het leven in de grote steden van west Nederland ondraaglijk geworden. Het voedsel was op, er was geen elektriciteit, de kolenmijnen waren in geallieerde handen en ± 150.000 Duitsers, opgesloten in een omsingeld stuk land, moesten met 3.500.000 Nederlanders leven van de nog aanwezige krappe voorraden. Dat daarbij de bezetter zichzelf veel meer toekende dan eerlijk was behoeft geen betoog. Gewaarschuwd door het verzet hoorde de Nederlandse regering in Londen in maart 1945 van de verschrikkelijke toestanden in de grote steden, waar duizenden mensen van hoger waren gestorven of op de rand van de dood probeerden te overleven. Na overleg met Winston Churchill en president Roosevelt werd besloten de Nederlandse bevolking via de lucht te helpen. Daartoe werd aan de Duitsers een plan voorgelegd, dat de ergste nood zou lenigen: voedseldroppings door de lucht op tien plaatsen rond de grote steden, waaronder Rotterdam. De Britse Air Commodore Andrew Geddes maakte dit plan, dat uit twee onderdelen bestond; Manna (het Britse plan) en Chowhound (het Amerikaanse).
De voedselvluchten begonnen op 29 april. Voor Rotterdam viel het voedsel op het toenmalige vliegveld Waalhaven. Het ging daar mis. Veel voedsel viel in het water van de Waalhaven en het eten dat op het veld viel, was onbereikbaar omdat er Duitse landmijnen lagen, die niet waren opgeruimd. Om die reden werd gekozen voor het gebied rond Terbregge. Hier lag het water aan de zuidkant van het water (de Kralingsche Plas) en de vele weilanden, weliswaar door sloten doortrokken, waren veilig te betreden na de droppings. Bovendien kon de Rotte als transportroute worden gebruikt.
Om het voedsel zonder verpletterd te worden te kunnen uitwerpen werd van de piloten een huzarenstukje verwacht. Zij mochten niet hoger vliegen dan 300 voet (90 meter) en moesten zo langzaam mogelijk vliegen. Daardoor zouden de zakken met meel, vlees, blikgoed en ander voedsel en de Amerikaanse rantsoendozen niet uiteen spatten bij de landing.
Op 30 april was het zover en vlogen de eerste Lancasters over Terbregge, komend uit het zuiden over de Plas. Zij die het meemaakten zullen het nooit vergeten. Tussen 29 april en 8 mei vlogen de geallieerde toestellen in 5500 vluchten ± 12000 ton voedsel naar ons land. Ongeveer 3000 ton landde op Terbregge.
In 1982 werden deze droppings voor het eerst sinds de oorlog nationaal herdacht. De toen verantwoordelijke Stichting Voedsel en Vrijheid slaagde er in vanaf 1985 tot 2005 om de vijf jaar ongeveer 1000 veteranen in ons land de dank van ons volk te laten ervaren, waarbij ook steevast een feest bij Prins Bernhard in de tuin van Soestdijk onderdeel was van de festiviteiten. Met het voortschrijden der jaren werd het voor de veteranen, die uit Groot-Brittannië, Canada, Polen, de USA, Nieuw Zeeland en Australië kwamen steeds moeilijker deze lange reis te maken.
Het bestuur van de Bewonersorganisatie (en vooral Henk Dykxshoorn die in 1945 ooggetuige was van de droppings) vond dat wij als Rotterdammers onze dankbaarheid concreet moesten uiten in de richting van de geallieerde veteranen. Op de geluidswal A20 werd door het bestuur van de Bewonersorganisatie een herdenkingsmonument gerealiseerd.Iets waar Nieuw–Terbregge in hun wijk met recht trots op kan zijn!
In 2006 is dit herdenkingsmonument feestelijk onthuld in aanwezigheid de ambassadeurs van de geallieerde landen, Burgemeester Opstelten, de opperbevelhebbers van de RAF en de Koninklijke Luchtmacht en een aantal nog in leven zijnde oud-bemanningsleden.
Een plechtige ontvangst in de kantine van SPARTA en een mooie ceremonie op de geluidwal vielen de oud-bemanningsleden ten deel. De opening van het Air Commodore Geddespad (door diens zoon, kleinzoon en achterkleindochter) vormde in 2007 met het laag overvliegen van die Lancaster een hoogtepunt. En terecht!! De jonge mannen van toen hebben onze dank verdiend!
Misschien, misschien?
In 2015 is het 70 jaar geleden dat de Tweede Wereldoorlog is beëindigd. Als feestelijke gebeurtenis rond de capitulatie van de Duitsers waren de voedseldroppings. U begrijpt dat we dit feit niet ongemerkt kunnen laten voorbijgaan. Nog één keer willen we aan de jonge mannen van toen, die nu rond de 90 jaar zijn, laten zien dat Operatie Manna en Chowhound niet zijn vergeten. Of dat gaat lukken, zal vooral afhangen van het geld dat wij als organisatie weten te vergaren. Helaas draaien dit soort zaken altijd om geld, maar dat is de realiteit van alledag. Het is dus afwachten of het gaat lukken, maar wij zijn al druk bezig met de voorbereiding van een dag die u en uw kinderen niet zullen vergeten. Er zijn al contacten met Engeland, waarbij we worden gesteund door onze ambassade in Londen en er wordt hard gewerkt om die ene nog vliegende Lancaster bommenwerper over Terbregge te krijgen. De veteranen zullen er met de vertegenwoordigers van hun landen nog eenmaal bij zijn.
Uw mening een enquête
Wij zijn uiteraard benieuwd naar uw mening. We hebben daarom op de website een enquête geplaatst waar u zich kunt uitspreken over deze herdenking, 70 jaar na dato
U vindt de enquête hieronder
We hopen dat uw enthousiasme zal helpen om bij sponsoren de nodige financiën te genereren, zodat we van die 70e herdenking voor ons allen, maar vooral voor de veteranen een fantastische dag kunnen organiseren.
Namens het bestuur en het Comité
Bert Wagemans en Hans Onderwater